Leidschendam: sociale woningbouw gaat boven parkeerplaatsen, oordeelt rechter

De bouw van een wooncomplex voor jongeren in Leidschendam-Zuid kan gewoon doorgaan. Een ondernemer uit Leidschendam vindt dat de verkoop van een stuk gemeentegrond niet eerlijk is gegaan en stapte naar de rechter. Hij had ook wel interesse in de grond gehad, maar kreeg geen kans het te kopen. De rechter stelt de gemeente in het gelijk. 'Alleen zo kan de ter plekke gewenste en noodzakelijke woningbouw worden gerealiseerd.'

Parkeerplaatsen nodig

Ronald Smeijers is de eigenaar van vier bedrijfspanden in Leidschendam-Zuid. Hij heeft een IT-bedrijf waarvoor zestig mensen werken en huurt nu twintig parkeerplaatsen op de plek waar straks een appartementencomplex voor 160 jongeren moet komen. Die parkeerplekken heeft hij hard nodig, maar hij raakt ze straks kwijt.
Op het terrein van een oude timmerfabriek en op een klein stukje gemeentegrond aan de Vlietweg worden huurappartementen voor jongeren tussen de 18 en 28 jaar gebouwd. De zaak draait om die 395 vierkante meter gemeenteplantsoen. Er is alleen genoeg plek voor zo veel woningen als het perceel van de gemeente wordt betrokken bij het bouwproject.
In het verleden vroeg Smeijers de gemeente meerdere keren of hij het stuk gemeenteplantsoen mocht kopen, maar hij zegt dat hij nooit een reactie kreeg. In 2022 hoorde hij dat er sociale woningbouw komt en dat het stukje groen wordt verkocht aan de projectontwikkelaar. Smeijers vindt dat er een openbare aanbieding van de grond had moeten komen. Hij wil er extra parkeerplaatsen maken.

Rechter: gemeente heeft juist gehandeld

De rechter vindt dat de gemeente juist heeft gehandeld. Volgens de rechtbank is de projectontwikkelaar de enige serieuze gegadigde met het oog op de noodzaak om sociale woningen te bouwen. 'Een ontwikkeling tot parkeerplaats wordt door de gemeente niet gewenst. En de gemeente kan niet worden gedwongen grond te verkopen aan een derde voor een door haar niet beoogd doel.'

Terzijde geschoven

Smeijers baalt van het vonnis. 'Alles wat ik aandroeg is terzijde geschoven. De rechter gebruikt als kapstok: er is een grote nood aan sociale woningbouw. Niets maakt meer uit, alleen omdat er meer woningen nodig zijn.'
Zijn frustratie is groot op dat gebied: 'Ze willen het steeds moeilijker maken om bezwaar aan te tekenen tegen bouwplannen. Want, zegt woonminister Hugo de Jonge, bezwaarmakers stappen alleen maar naar de rechter omdat het kan. Maar daar ben ik het niet mee eens. Ik heb wel wat anders te doen. Ik voel me in de maling genomen en sta op het punt om in hoger beroep te gaan.'

Zie ook het eerdere artikel hierover op deze site: Rechter moet in Leidschendam beslissen over parkeerplekken of woningbouw.

Bron: omroepwest.nl