De eerste indruk van een stad: parkeergarages
En dat zorgt voor meer bezoekers en daarmee voor een hogere bezettingsgraad van de parkeervoorziening. Dit blijkt uit onderzoek naar parkeerbeleving, uitgevoerd door Meet4research en Goudappel, in samenwerking met de gemeente Leiden.
Van de redactie Vexpansie / Tekst: Daphne Nieuwenhuis en Rick Schotma
Nu gemeenten er steeds vaker voor kiezen om auto’s te parkeren in parkeergarages in plaats van op straat, gelden parkeergarages steeds meer als eerste indruk van een binnenstad. En voor een optimale eerste indruk krijg je vaak maar één kans. Genoeg reden om te onderzoeken welke elementen automobilisten het belangrijkst vinden als het gaat om de beleving van parkeergarages.
De werking van beleving
Gedrag van mensen wordt beïnvloed door prikkels uit de omgeving, vaak zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Ruim 95% van omgevingsprikkels zoals geluid, temperatuur, kleur en geur nemen mensen onbewust waar, maar al die prikkels beïnvloeden wel hun gevoelens en daarmee hun gedrag. Omgevingsprikkels kunnen tot twee soorten gedrag leiden: vermijding of toenadering.
De beleving van een locatie, zoals een parkeergarage, wordt bepaald door verschillende factoren die te onderscheiden zijn in zogenoemde dissatisfiers en satisfiers. Dissatisfiers zijn basisfactoren die tot vermijdingsgedrag kunnen leiden wanneer ze onvoldoende geregeld zijn. Neem in het geval van parkeergarages bijvoorbeeld een werkende lift en de veiligheid van jezelf en je auto. Satisfiers zijn juist de factoren die tot toenaderingsgedrag leiden wanneer ze op orde zijn. Voorbeelden hiervan zijn prettige looproutes en een aangename verlichting.
Waardevolle belevingsaspecten
Uit het parkeerbelevingsonderzoek in Leiden blijkt dat de aspecten ‘toegankelijkheid’ (30%) en ‘sfeer’ (27%) het meest bepalend zijn in het totaaloordeel van parkeergarages. ‘Toegankelijkheid’ (met aspecten zoals gemakkelijk in- en uitparkeren, prettig trappenhuis, etc.) is een dissatisfier, terwijl ‘sfeer’ (met aspecten zoals kleurrijk, aangename verlichting, etc.) tot de satisfiers behoort. Op de derde en vierde plaats staan de aspecten ‘veiligheid’ (20%) en ‘comfort’ (15%), wederom respectievelijk een dissatisfier en een satisfier. In totaal vormen de satisfiers (sfeer en comfort) 42% van het totaaloordeel en de dissatisfiers (veiligheid, toegankelijkheid en oriëntatie) de overige 58%.
Grote verschillen tussen garages
Het parkeerbelevingsonderzoek is uitgevoerd in twee Leidse garages: de Haarlemmerstraatgarage en de Garenmarktgarage. Een representatief aantal bezoekers heeft ter plekke een gestandaardiseerde belevingsvragenlijst ingevuld, waarmee gemeten is op het exácte moment van beleving.
Bezoekers waarderen de twee parkeergarages opvallend verschillend. Het totaaloordeel over de Garenmarktgarage ligt twee punten hoger (op een 10-puntschaal) dan het totaaloordeel over de Haarlemmerstraatgarage. Kijkend naar de thema’s, zijn de grootste verschillen te zien in de waardering van de thema’s ‘toegankelijkheid’ en ‘sfeer’. Op beide thema’s scoort de Garenmarktgarage meer dan 2,5 punten hoger (op een 10-puntschaal) dan de Haarlemmerstraatgarage. Het grote verschil in de beoordeling onderstreept opnieuw het belang van deze thema’s.
Breder perspectief
De onderzoekers hebben de resultaten van dit onderzoek in breder perspectief geplaatst. Uit onderzoek naar fietsbeleving en beleving van de openbare ruimte bleek immers dat satisfiers met 50% tot 60% bijdragen aan het totaaloordeel. In het geval van parkeergarages is dit dus iets minder (42%), maar het blijft van groot belang om te sturen op satisfiers. Bovendien is vanuit economisch perspectief investeren in het verbeteren van satisfiers vaak minder kostbaar dan investeren in het verbeteren van dissatisfiers. Belevingsonderzoek is daarom een aantrekkelijk instrument om waardevolle investeringen voor parkeergarages in kaart te brengen. Vanzelfsprekend dienen de dissatisfiers hiervoor wel eerst op orde te zijn. Zonder een schone, veilige en toegankelijke parkeergarage is een prettige verlichting of juiste looproute geen halszaak maar een bijzaak.