Minister Harbers legt parkeerbeleid bij gemeenten
Mark Harbers, minister van Waterstaat en Infrastructuur (IenW), legt de bal bij gemeenten en bedrijven als het gaat om parkeerbeleid. Dat laat hij via een brief weten aan de Tweede Kamer. Aanleiding waren vragen over het rapport ‘Parkeerbeleid als stuurmiddel voor woon-werkverkeer’ uit 2019, wat nog niet bij de Kamer bekend was.
Op 29 september stelde Tweede Kamerlid Van Ginneken (D66) vragen aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Mark Harbers, over het rapport ‘Parkeerbeleid als stuurmiddel voor woon-werkverkeer’. Dit verkennend onderzoeksrapport is in 2019 in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat opgeleverd en gepubliceerd. Dit rapport was niet bekend bij de Kamer omdat er bij de publicatie geen concrete aanleiding was het actief naar de Kamer te sturen, aldus Harbers.
Gedeeld met gemeenten
Volgens de minister is de publicatie wel actief gedeeld met gemeenten en het is via vakliteratuur voor gemeenten onder de aandacht gebracht. Het rapport is inmiddels regelmatig opgestuurd naar gemeenten. In gesprekken met zowel individuele gemeenten als met koepels gesproken over de bevindingen in het rapport.
Verlagen autogebruik van en naar steden
Een conclusie van het rapport is dat het toepassen van normerend en beprijzend parkeerbeleid in steden het autogebruik van en naar die steden met 30% kan verlagen. Het is echter aan gemeenten en bedrijven om te bepalen welke keuzes worden gemaakt in het parkeerbeleid. Het rapport laat zien dat parkeerbeleid door gemeenten en bedrijven veel invloed heeft op de reiskeuzes van mensen. Vanzelfsprekend is dat effect bij frequente reizen zoals woon-werkverkeer groter. Veel gemeenten zetten dit middel in.
Besparen landelijke kosten
Een andere conclusie is dat normerend en beprijzend parkeerbeleid landelijk kosten kan besparen op aanleg van infrastructuur. Een toekomstbestendige aanpak op het gebied van mobiliteit vraagt om een effectieve mix van maatregelen met samenhangende inzet vanuit het Rijk en de partners: in de infrastructuur, in het voertuig, in de ruimtelijke ontwikkeling en in (keuze)gedrag. Gemeenten en bedrijven zijn verantwoordelijk voor het parkeerbeleid. Zij kennen de specifieke omstandigheden en kunnen zo het parkeerbeleid inrichten op de wensen van de bewoners, werknemers en duurzame verstedelijking.
Beleidsverantwoordelijkheid van gemeenten
De minister is niet van plan om vanwege die potentiële besparing en/of andere doelen gemeenten actief te stimuleren om normerend en beprijzend parkeerbeleid in te zetten. Het is de beleidsverantwoordelijkheid van gemeenten om op het gebied van parkeerbeleid eigenstandige keuzes te maken. Ook is het belangrijk dat reizigers die afhankelijk zijn van de auto hiertoe de mogelijkheid behouden. Nabijheid van werk, onderwijs en voorzieningen en het beschikbare aanbod aan mobiliteitsopties varieert immers per gebied en reiziger. Dit vraagt om gedifferentieerd parkeerbeleid dat naast gemeentelijke doelstellingen ook is afgestemd op de kenmerken van de wijk en de behoefte van de bewoners. De Kamer heeft de regering verzocht om juist zorg te dragen voor het realiseren van voldoende parkeerplaatsen bij het realiseren van woningen.
Kennisprogramma parkeren
De minister laat geen vervolgonderzoek doen naar de openstaande beleidsvragen zoals die geformuleerd staan, waaronder de rol van parkeerbeleid op de doelstelling om 200.000 mensen uit de auto te krijgen. In 2022 heeft namelijk reeds onderzoek plaatsgevonden naar de kwantitatieve impact van gedragsmaatregelen, waaronder parkeerbeleid bij gemeenten en werkgevers, op mobiliteit en Brede Welvaart. Verdere kennisontwikkeling op het gebied van parkeren vindt tevens plaats via CROW (waar IenW een actieve bijdrage aan levert), onder andere via het kennisprogramma hubs en parkeren.
Bron: www.rijksoverheid.nl
Foto: Martijn Beekman, Rijksoverheid